Ontelbaar veel kilometers in een week tijd
Door: Marinda
Blijf op de hoogte en volg Marinda
15 December 2008 | Chili, Santiago de Chile
Hoi lieve allemaal,
Door het reizen is de frequentie van schrijven en het plaatsen van berichtjes fors gedaald....Maar dat is niet het enige wat gedaald is. Ik zit nu in Coyhaique, een stad die vanaf de Chileense kant eigenlijk alleen per boot te bereiken is en in de winter redelijk op zich zelf is aangewezen. Omdat het een tijd geleden is dat ik wat geschreven heb, moet ik echt mijn agenda erbij pakken. Daar heb ik gelukkig alles opgeschreven wat ik zo al gedaan heb. Het voornemen om een reisdagboek bij te houden, had ik na 3 dagen al opgegeven. Ik kom er gewoon niet aan toe! Er zijn altijd wel mensen die wat leuks te melden hebben of je bent zo moe ´s avonds dat schrijven ook echt niet meer gaat. O ja, het is weer een extreem lang verhaal geworden, maar onderaan staat ook nog wat over hoe ik te bereiken ben op mijn verjaardag;-)
In het laatste bericht vertelde ik over mijn reis naar Valdivia. Valdivia ligt aan de kust en is in 1960 getroffen door een aardbeving, daardoor is er bijna geen hoogbouw te vinden (toevallig waren ze net een hoog gebouw aan het maken toen ik daar was). Nadat we, Jantine, Julia en Mara zondag in Valdivia de Botanische tuin van de Universiteit hadden gezien, moesten we bedenken wat we de volgende dag wilden doen. En dat is altijd lastig als je met meer dan twee mensen bent. In Valdivia en omgeving zijn nog heel wat forten overgebleven van de Spanjaarden. Dus zijn we met een micro naar Niebla gegaan. Daar hebben we een vissersboot genomen die ons naar het stadje Corral bracht, aan de andere kant van de baai. Helaas was het niet zo´n garnalenboot uit de film Forrest Gump die er in de baai lagen, maar een soort pontje dat alleen passagiers vervoerd. Op Corral hebben we een fort bezocht en ik heb een heerlijk gebakken visje gegeten, pejerreyes heten ze en ze smaken als een gebakken lekkerbekje. Het leuke was dat het eettentje aan de haven was en dat er verder niets te doen was in het stadje. Maar achteraf was het een van de plekjes waar ik het lekkerste heb gegeten. Daarna moesten we weer met het pontje naar Isla Mancera, ook daar was een fort te zien. In eerste instantie ben ik er niet in geweest, maar zijn we een rondje over het eiland gaan lopen. Binnen 40 minuten stonden we weer in de haven, maar het uitzicht was fantastisch. Er lag een zeilboot in de baai en toen bedacht ik me dat het wel heel leuk zou zijn om met een groep op een zeilboot langs een aantal Griekse eilanden te varen, mooie dromen voor later....Terug naar Isla Mancera, de rest van de groep wilde toch wel even naar het strand om uit te rusten, maar ik had eigenlijk nog wel zin om weer die berg op te lopen en het fort te bezoeken. En nu kwam er net toevallig een boot toeristen aanmeren en die gingen met een gids het fort bezoeken. Dus ben ik er maar achteraan gehobbeld. Hier zit dan toch weer dat stukje geschiedenis van Spanje dat mij interesseert. Ik ben ook de gevangenis van het fort in geweest. In eerste instantie was het bedoeld als wapenopslag, maar het bleek er te vochtig, de muren waren zelfs nat! Dus werd het maar gebruikt om gevangenen in te stoppen. Echt vrolijk werd ik er niet van, want er was maar een klein gat waar licht door heen scheen. Na het bezoek aan het fort, moest ik weer naar beneden lopen en wachten op het volgende pontje. Bovenop de berg zaten twee mannetjes uit te kijken naar de pontjes en binnen 10 minuten zou de volgende langskomen. Die heb ik toen genomen en wat bleek, de rest zou ook hetzelfde pontje nemen en zo zouden we toch samen weer in Niebla aankomen.
De volgende dag zijn Jantine en ik naar Chiloe gegaan. Een eiland dat het een na grootste eiland in Zuid Amerika is, alleen Vuureiland is groter. De busrit was lang, zo´n 6 uur en toen we eenmaal in Ancud aankwamen, de eerste grote stad op Chiloe, moesten we opzoek naar een hostal. We hadden iets in een gids gezien, maar dat zat natuurlijk vol, helaas was dat hostal beneden langs de kust en het busstation lag op de heuvel, dus moesten we met onze tassen weer omhoog. Ik had echt niet veel zin om nog langer te lopen en toen zagen we een hospedaje. De man die de deur open deed, oogde een beetje vreemd, maar hij was wel vriendelijk. Nadat we de kamers bekeken hadden en besloten te blijven, bleek dat we in de oude slaapkamer van de dochter van de vrouw die het hostal had, sliepen. Jammer genoeg was de vrouw ziek en hebben we haar niet gesproken, maar bij het ontbijt de volgende ochtend hadden we haar dochter gesproken en die vertelde ons dat haar moeder het hostal runde, maar dat ze nu ziek was. De bedden waren heerlijk en de douche warm. Verder kregen we een lekker ontbijtje en het was geen probleem dat we pas om 10.00 gingen ontbijten. Vanuit Ancud bezoek je meestal de pinguïnkolonie, maar in La Serena hebben we die al gezien en straks in het zuiden zien we ze ook, dus zijn we maar doorgegaan naar Castro.
´s Middags kwamen we in Castro aan en zijn we door het stadje gaan lopen. Natuurlijk eerst nadat we eerst weer netjes werden aangesproken of we niet een slaapplaats nodig hadden en die hadden we! Hier was veel meer activiteit dan in heel Ancud. Nadat we in de stad zijn gaan lopen en wat te eten hadden gekocht moesten we plannen maken voor de volgende dagen. Want ons plan was om met de boot vanuit Castro naar Coyhaique te gaan en bij het VVV kantoor vertelde zij ons dat we dat niet konden doen, omdat die boot alleen op dinsdag vertrekt en wij precies op dinsdag in Castro aankwamen. Gedesillusioneerd liepen we vervolgens rond in Castro, hebben we de huisjes op palen gezien, daar ging ons plannetje maar we moesten op zoek naar een activiteit om de volgende dag te doen. Als je naar het zuiden van Chili wilt, moet je via Argentinië, omdat er geen wegen zijn. Ons plan was om de boot te pakken en dan naar Coyhaique te gaan en daarvandaan een bus te nemen. Maar goed, we moesten een ander plan maken, nu zouden we teruggaan naar Osorno (ligt boven Puerto Montt en bij Pucon), dan naar Bariloche in Argentinië. Vervolgens 2 dagen in een bus om van Bariloche naar het zuiden te gaan. Er zat niets anders op. We zijn nog even wat gaan drinken en daarna naar het hostal.
De volgende ochtend werden we om 10.00 opgehaald om een toertje te doen. De man die ons aan een hostal had geholpen, deed ook toertjes. Ik vond hem wat vreemd en als ik alleen zou zijn, had ik echt niet bij hem mijn tourtje geboekt, maar nu was ik met Jantine en er was nog een Spaans stel, uit Barcelona. Op de een of andere manier liggen nationale parken mijn camera niet, want weer was de batterij leef. Dit gebeurde ook al in La Serena toen we naar het Humbold park gingen. Maar goed even kijken hoe lang die het vol zou houden. Via Chonchi en Huillinco zijn we naar het nationale park gegaan. In Chonchi stond een hele mooie kerk en hebben we in de feria artesanal wat gebreide artikelen gekocht. Ik heb een hele leuke oranje muts gekocht, jammer genoeg kon ik geen poncho kopen, want ik heb nog geen ruimte in mijn tas. Maar dat komt wel! Chonchi is een stadje waar vandaan je ook de vulkaan Chaíten kan zien. Dit is ook een reden waardoor het moeilijk is om naar het zuiden te reizen. De vulkaan heeft de wegen weggevaagd. En de vulkaan is ook nog steeds actief! In de ochtend konden we een grijze waas boven de horizon waarnemen, dat zijn de gassen enz. van de vulkaan. Chonchi wordt ook wel de stad van drie verdiepingen genoemd, want er zijn drie verschillende plateau´s waar de mensen wonen. We hebben ook nog een museum bezocht en gezien hoe de mensen ongeveer leefden in het dorp rond 1800 en verder. Vervolgens in Huillinco weer een kerkje bezocht. Op Chiloe staan meerdere kerkjes die helemaal van hout gemaakt zijn en dus ook houten spijkers hebben. Nu worden deze kerkjes gerestaureerd, dankzij Unesco werelderfgoed, en voorzien van echte spijkers. In Huillinco was de kerk gesloten, want die wordt volgend jaar gerestaureerd, maar speciaal voor ons werd de kerk open gedaan. En ach, deze kerken zien er allemaal hetzelfde uit, hout van binnen, weinig versieringen en geen glas in lood. In dit gehucht hebben we ook de begraafplaats bezocht. Maar omdat ik de begraafplaats in Santiago gezien heb, was deze niet meer zo indrukwekkend. Ook hier stonden weer van die huisjes. Verder is het idee van die huisjes dat de overledene zich thuis voelt en daarom zijn de huisjes hier meer een kopie van de woonhuizen. Helaas is het vaak slecht onderhouden. Daarna moesten we weer in de bus om naar het nationale park te gaan. De rit er naartoe was schitterend, langs een meer dat zeer blauw water had. Tot we een grote rookpluim zagen. Er was een grote brand, maar daar kwamen we pas achter toen we verder reden. Het park was erg mooi, veel verschillende bomen en ook een deel bezocht dat vroeger onderwater stond, maar waar nu het water is verdwenen en de resten (boomstronken enz.) nog steeds aanwezig zijn. De route die we gelopen hebben was zeer educatief en niet zo heel lang, 40 minuten maar. Overal stonden borden met informatie over de bomen en de dieren die er leefden. En het was heerlijk koel in het bos! Daarna zijn we nog naar een andere uitkijkpost gegaan en daar hebben we een meer gezien dat helemaal zwart water had. Door de mineralen in de bodem, kleurt dit meer zwart. Vervolgens zijn we naar het strand gegaan, een stuk van 20 kilometer lang. Hier was zo veel ruimte, Scheveningen in de zomer is er niets bij! Niemand van de groep is het water in geweest, want we waren allemaal redelijk moe. Vervolgens zijn we weer naar Castro gereden en zijn Jantine en ik zeevruchten gaan eten in restaurantje dat ook in de LP staat. Vanuit het raam een hele mooie volle maan gezien en heerlijk gegeten. In het restaurant zaten twee Nederlandse meiden. Die keken met veel plezier naar onze landing zeevruchten en zij wisten daardoor ook niet wat ze moesten bestellen. Na het eten raakte we met ze aan de praat en zij vertelde ons dat ze met een boot naar Coyhaique gingen!!! Dus hebben we Corine en Cecelle meteen uitgehoord. Wij kregen weer hoop!
De volgende ochtend hebben we naar de rederij gebeld en er bleek nog plek te zijn. In een hut van 4personen, vertrek zaterdag 13 december om 16.00. We moesten alleen wel van te voren betalen. Dus of we op zaterdag om 9.00 in Puerto Montt konden zijn...gelukkig was er nog een andere methode en hebben we daarvoor gekozen, want van Castro naar Puerto Montt is het ook nog 4 uur. Nee, inderdaad, voor de oplettende lezer, Chili is niet echt een handig land om te reizen. Goed, nadat alle paperassen geregeld waren, zijn we met een micro naar Achoa, Curaco de Velez en Dalcahue gegaan. Allemaal mini dorpjes met kerkjes en veel activiteiten in de haven. Het was weer mooi om te zien dat er zo veel bedrijvigheid is in de ochtend, maar dat om 2 uur ´s middags het hele dorp uitgestorven is.
Zaterdagochtend hebben we de bus naar Puerto Montt genomen. Natuurlijk kwamen we te vroeg aan, maar beter te vroeg dan te laat en daardoor konden we rustig onze tassen afgeven en nog lanas de feria artesanal (souvenirs). Bij het boarden zagen we de twee Nederlandse meiden en ook nog de jongens die bij ons in het hostal in Castro zaten, die hoorden van ons plan en wilden ook mee. De boottocht was spectaculair. Overal water om je heen, de wind door je haren en veel zon! Ik ben ook maar begonnen met smeren, factor 30. Nu zul je denken, jij smeren waarom?? Hier komt het. Er was eens een aarde, die had een mooie beschermlaag om zich heen om alle planten en dieren te beschermen tegen de kracht van de zon. En toen kwamen de mensen, die zorgden ervoor dat die laag steeds dunner en dunner werd. Kortom, we zijn op het zuidelijk halfrond waar de ozonlaag zeer dun is. Er zijn ook een soort van stoplichten in de steden en dorpen die de kracht van de UV straling weergeven. In de avond een lekker stuk zalm vergeten. Onze hut deelden we inderdaad met Corine en Cecelle. Het was een beetje de Titanic, beneden dek, maar niet helemaal de goedkoopste plekken, waar Leonardo DiCaprio sliep. In de avond werd de zee wel een stuk ruiger en toen begonnen we ook meer te schommelen, maar ik ben niet zee ziek geworden. De volgende ochtend heerlijk wakker geworden en na het ontbijt, dat nog nooit zo luxe en uitgebreid is geweest, op het voor dek met een kopje Lady Grey thee gaan zitten. We hadden nog minstens 6 uur te gaan op de boot. Onderweg nog wat mooie landschappen, vulkanen, bergen, zeeleeuwen en dolfijnen gezien. En ook nog een tweetal dorpjes, die volgens mij voornamelijk van de visserij moeten leven, want verder is er niet veel te doen. Rond 18.00 kwamen we aan in Puerto Chacabuco. Voordat we van de boot af konden waren we ook al weer drie kwartier verder. Daarna de micro gepakt naar Puerto Aysen samen met de andere toeristen die van de boot afkwamen om de bus naar Coyhaique te pakken. Toen we over de hobbelige weg reden, heb ik waanzinnige hoge bergen gezien, groene weilanden en een brede rivier. Hoewel ik achterin de bus zat, praktisch op de wielen, heb ik echt van het uitzicht kunnen genieten. Het bleef ook nog heel lang licht en toen we vanuit de micro Coyhaique zagen liggen in het dal, was het gevoel overweldigend. Het was toch gelukt om de boottocht te maken en zo ons reisplan een beetje te volgen. In Coyhaique liepen we met alle toeristen door het dorp, een hele invasie zeker op een zondagavond om half 9. Toch grappig dat iedereen achter elkaar aan gaat lopen op zoek naar een hostal. Wij zijn uiteindelijk met de twee Nederlandse meiden en een Aussie, Leam, in een hostal beland dat ook nog in de LP stond. Helaas heeft ze het ontbijt geschrapt, maar we hebben een bed en een warme douche.
Vandaag is het maandag 15 december en is de dag om gevlogen. In de ochtend zijn we op pad gegaan om te kijken hoe we uit deze stad kunnen vertrekken richting El Calafate, waar de ijsmuur van Perito Moreno te vinden is. We kunnen op twee manieren. Via de oostkust van Argentinie, kost je minimaal 7 uur. Of via Chili Chico. De makkelijkste weg is voor ons via Chile Chico. Dan gaan we morgen dus met de bus, die ons tussen 6.30 en 7.15 ophaalt naar Puerto Ibañez en dan nemen we daar de boot naar Chile Chico. Passeren we de grens en bereiken we hopelijk morgenavond El Calafate. Ook hier geldt weer: alles ligt aan de busverbinding van de grensovergang naar El Calafate.
Ondertussen heb ik bijna 3 uur in een internetcafé gezeten om mijn stuk te schrijven en op mijn foto’s op de site te zetten. Ik hoop dat jullie weer genoten hebben van mijn stuk, misschien wel met een kopje thee of een biertje.
Zoals jullie weten ben ik bijna jarig en is mij al een aantal keer gevraagd: hoe kunnen we je bereiken? Nou, dat kan op +56 9 82 80 06 59, mijn Chileense mobiele nummer. Hier kan ik sms’jes ontvangen. Verder zal ik een internetcafé opzoeken zodat ik in elk geval via msn te bereiken ben en eventueel skype, als ze dat kennen.
Veel liefs,
Marin
Door het reizen is de frequentie van schrijven en het plaatsen van berichtjes fors gedaald....Maar dat is niet het enige wat gedaald is. Ik zit nu in Coyhaique, een stad die vanaf de Chileense kant eigenlijk alleen per boot te bereiken is en in de winter redelijk op zich zelf is aangewezen. Omdat het een tijd geleden is dat ik wat geschreven heb, moet ik echt mijn agenda erbij pakken. Daar heb ik gelukkig alles opgeschreven wat ik zo al gedaan heb. Het voornemen om een reisdagboek bij te houden, had ik na 3 dagen al opgegeven. Ik kom er gewoon niet aan toe! Er zijn altijd wel mensen die wat leuks te melden hebben of je bent zo moe ´s avonds dat schrijven ook echt niet meer gaat. O ja, het is weer een extreem lang verhaal geworden, maar onderaan staat ook nog wat over hoe ik te bereiken ben op mijn verjaardag;-)
In het laatste bericht vertelde ik over mijn reis naar Valdivia. Valdivia ligt aan de kust en is in 1960 getroffen door een aardbeving, daardoor is er bijna geen hoogbouw te vinden (toevallig waren ze net een hoog gebouw aan het maken toen ik daar was). Nadat we, Jantine, Julia en Mara zondag in Valdivia de Botanische tuin van de Universiteit hadden gezien, moesten we bedenken wat we de volgende dag wilden doen. En dat is altijd lastig als je met meer dan twee mensen bent. In Valdivia en omgeving zijn nog heel wat forten overgebleven van de Spanjaarden. Dus zijn we met een micro naar Niebla gegaan. Daar hebben we een vissersboot genomen die ons naar het stadje Corral bracht, aan de andere kant van de baai. Helaas was het niet zo´n garnalenboot uit de film Forrest Gump die er in de baai lagen, maar een soort pontje dat alleen passagiers vervoerd. Op Corral hebben we een fort bezocht en ik heb een heerlijk gebakken visje gegeten, pejerreyes heten ze en ze smaken als een gebakken lekkerbekje. Het leuke was dat het eettentje aan de haven was en dat er verder niets te doen was in het stadje. Maar achteraf was het een van de plekjes waar ik het lekkerste heb gegeten. Daarna moesten we weer met het pontje naar Isla Mancera, ook daar was een fort te zien. In eerste instantie ben ik er niet in geweest, maar zijn we een rondje over het eiland gaan lopen. Binnen 40 minuten stonden we weer in de haven, maar het uitzicht was fantastisch. Er lag een zeilboot in de baai en toen bedacht ik me dat het wel heel leuk zou zijn om met een groep op een zeilboot langs een aantal Griekse eilanden te varen, mooie dromen voor later....Terug naar Isla Mancera, de rest van de groep wilde toch wel even naar het strand om uit te rusten, maar ik had eigenlijk nog wel zin om weer die berg op te lopen en het fort te bezoeken. En nu kwam er net toevallig een boot toeristen aanmeren en die gingen met een gids het fort bezoeken. Dus ben ik er maar achteraan gehobbeld. Hier zit dan toch weer dat stukje geschiedenis van Spanje dat mij interesseert. Ik ben ook de gevangenis van het fort in geweest. In eerste instantie was het bedoeld als wapenopslag, maar het bleek er te vochtig, de muren waren zelfs nat! Dus werd het maar gebruikt om gevangenen in te stoppen. Echt vrolijk werd ik er niet van, want er was maar een klein gat waar licht door heen scheen. Na het bezoek aan het fort, moest ik weer naar beneden lopen en wachten op het volgende pontje. Bovenop de berg zaten twee mannetjes uit te kijken naar de pontjes en binnen 10 minuten zou de volgende langskomen. Die heb ik toen genomen en wat bleek, de rest zou ook hetzelfde pontje nemen en zo zouden we toch samen weer in Niebla aankomen.
De volgende dag zijn Jantine en ik naar Chiloe gegaan. Een eiland dat het een na grootste eiland in Zuid Amerika is, alleen Vuureiland is groter. De busrit was lang, zo´n 6 uur en toen we eenmaal in Ancud aankwamen, de eerste grote stad op Chiloe, moesten we opzoek naar een hostal. We hadden iets in een gids gezien, maar dat zat natuurlijk vol, helaas was dat hostal beneden langs de kust en het busstation lag op de heuvel, dus moesten we met onze tassen weer omhoog. Ik had echt niet veel zin om nog langer te lopen en toen zagen we een hospedaje. De man die de deur open deed, oogde een beetje vreemd, maar hij was wel vriendelijk. Nadat we de kamers bekeken hadden en besloten te blijven, bleek dat we in de oude slaapkamer van de dochter van de vrouw die het hostal had, sliepen. Jammer genoeg was de vrouw ziek en hebben we haar niet gesproken, maar bij het ontbijt de volgende ochtend hadden we haar dochter gesproken en die vertelde ons dat haar moeder het hostal runde, maar dat ze nu ziek was. De bedden waren heerlijk en de douche warm. Verder kregen we een lekker ontbijtje en het was geen probleem dat we pas om 10.00 gingen ontbijten. Vanuit Ancud bezoek je meestal de pinguïnkolonie, maar in La Serena hebben we die al gezien en straks in het zuiden zien we ze ook, dus zijn we maar doorgegaan naar Castro.
´s Middags kwamen we in Castro aan en zijn we door het stadje gaan lopen. Natuurlijk eerst nadat we eerst weer netjes werden aangesproken of we niet een slaapplaats nodig hadden en die hadden we! Hier was veel meer activiteit dan in heel Ancud. Nadat we in de stad zijn gaan lopen en wat te eten hadden gekocht moesten we plannen maken voor de volgende dagen. Want ons plan was om met de boot vanuit Castro naar Coyhaique te gaan en bij het VVV kantoor vertelde zij ons dat we dat niet konden doen, omdat die boot alleen op dinsdag vertrekt en wij precies op dinsdag in Castro aankwamen. Gedesillusioneerd liepen we vervolgens rond in Castro, hebben we de huisjes op palen gezien, daar ging ons plannetje maar we moesten op zoek naar een activiteit om de volgende dag te doen. Als je naar het zuiden van Chili wilt, moet je via Argentinië, omdat er geen wegen zijn. Ons plan was om de boot te pakken en dan naar Coyhaique te gaan en daarvandaan een bus te nemen. Maar goed, we moesten een ander plan maken, nu zouden we teruggaan naar Osorno (ligt boven Puerto Montt en bij Pucon), dan naar Bariloche in Argentinië. Vervolgens 2 dagen in een bus om van Bariloche naar het zuiden te gaan. Er zat niets anders op. We zijn nog even wat gaan drinken en daarna naar het hostal.
De volgende ochtend werden we om 10.00 opgehaald om een toertje te doen. De man die ons aan een hostal had geholpen, deed ook toertjes. Ik vond hem wat vreemd en als ik alleen zou zijn, had ik echt niet bij hem mijn tourtje geboekt, maar nu was ik met Jantine en er was nog een Spaans stel, uit Barcelona. Op de een of andere manier liggen nationale parken mijn camera niet, want weer was de batterij leef. Dit gebeurde ook al in La Serena toen we naar het Humbold park gingen. Maar goed even kijken hoe lang die het vol zou houden. Via Chonchi en Huillinco zijn we naar het nationale park gegaan. In Chonchi stond een hele mooie kerk en hebben we in de feria artesanal wat gebreide artikelen gekocht. Ik heb een hele leuke oranje muts gekocht, jammer genoeg kon ik geen poncho kopen, want ik heb nog geen ruimte in mijn tas. Maar dat komt wel! Chonchi is een stadje waar vandaan je ook de vulkaan Chaíten kan zien. Dit is ook een reden waardoor het moeilijk is om naar het zuiden te reizen. De vulkaan heeft de wegen weggevaagd. En de vulkaan is ook nog steeds actief! In de ochtend konden we een grijze waas boven de horizon waarnemen, dat zijn de gassen enz. van de vulkaan. Chonchi wordt ook wel de stad van drie verdiepingen genoemd, want er zijn drie verschillende plateau´s waar de mensen wonen. We hebben ook nog een museum bezocht en gezien hoe de mensen ongeveer leefden in het dorp rond 1800 en verder. Vervolgens in Huillinco weer een kerkje bezocht. Op Chiloe staan meerdere kerkjes die helemaal van hout gemaakt zijn en dus ook houten spijkers hebben. Nu worden deze kerkjes gerestaureerd, dankzij Unesco werelderfgoed, en voorzien van echte spijkers. In Huillinco was de kerk gesloten, want die wordt volgend jaar gerestaureerd, maar speciaal voor ons werd de kerk open gedaan. En ach, deze kerken zien er allemaal hetzelfde uit, hout van binnen, weinig versieringen en geen glas in lood. In dit gehucht hebben we ook de begraafplaats bezocht. Maar omdat ik de begraafplaats in Santiago gezien heb, was deze niet meer zo indrukwekkend. Ook hier stonden weer van die huisjes. Verder is het idee van die huisjes dat de overledene zich thuis voelt en daarom zijn de huisjes hier meer een kopie van de woonhuizen. Helaas is het vaak slecht onderhouden. Daarna moesten we weer in de bus om naar het nationale park te gaan. De rit er naartoe was schitterend, langs een meer dat zeer blauw water had. Tot we een grote rookpluim zagen. Er was een grote brand, maar daar kwamen we pas achter toen we verder reden. Het park was erg mooi, veel verschillende bomen en ook een deel bezocht dat vroeger onderwater stond, maar waar nu het water is verdwenen en de resten (boomstronken enz.) nog steeds aanwezig zijn. De route die we gelopen hebben was zeer educatief en niet zo heel lang, 40 minuten maar. Overal stonden borden met informatie over de bomen en de dieren die er leefden. En het was heerlijk koel in het bos! Daarna zijn we nog naar een andere uitkijkpost gegaan en daar hebben we een meer gezien dat helemaal zwart water had. Door de mineralen in de bodem, kleurt dit meer zwart. Vervolgens zijn we naar het strand gegaan, een stuk van 20 kilometer lang. Hier was zo veel ruimte, Scheveningen in de zomer is er niets bij! Niemand van de groep is het water in geweest, want we waren allemaal redelijk moe. Vervolgens zijn we weer naar Castro gereden en zijn Jantine en ik zeevruchten gaan eten in restaurantje dat ook in de LP staat. Vanuit het raam een hele mooie volle maan gezien en heerlijk gegeten. In het restaurant zaten twee Nederlandse meiden. Die keken met veel plezier naar onze landing zeevruchten en zij wisten daardoor ook niet wat ze moesten bestellen. Na het eten raakte we met ze aan de praat en zij vertelde ons dat ze met een boot naar Coyhaique gingen!!! Dus hebben we Corine en Cecelle meteen uitgehoord. Wij kregen weer hoop!
De volgende ochtend hebben we naar de rederij gebeld en er bleek nog plek te zijn. In een hut van 4personen, vertrek zaterdag 13 december om 16.00. We moesten alleen wel van te voren betalen. Dus of we op zaterdag om 9.00 in Puerto Montt konden zijn...gelukkig was er nog een andere methode en hebben we daarvoor gekozen, want van Castro naar Puerto Montt is het ook nog 4 uur. Nee, inderdaad, voor de oplettende lezer, Chili is niet echt een handig land om te reizen. Goed, nadat alle paperassen geregeld waren, zijn we met een micro naar Achoa, Curaco de Velez en Dalcahue gegaan. Allemaal mini dorpjes met kerkjes en veel activiteiten in de haven. Het was weer mooi om te zien dat er zo veel bedrijvigheid is in de ochtend, maar dat om 2 uur ´s middags het hele dorp uitgestorven is.
Zaterdagochtend hebben we de bus naar Puerto Montt genomen. Natuurlijk kwamen we te vroeg aan, maar beter te vroeg dan te laat en daardoor konden we rustig onze tassen afgeven en nog lanas de feria artesanal (souvenirs). Bij het boarden zagen we de twee Nederlandse meiden en ook nog de jongens die bij ons in het hostal in Castro zaten, die hoorden van ons plan en wilden ook mee. De boottocht was spectaculair. Overal water om je heen, de wind door je haren en veel zon! Ik ben ook maar begonnen met smeren, factor 30. Nu zul je denken, jij smeren waarom?? Hier komt het. Er was eens een aarde, die had een mooie beschermlaag om zich heen om alle planten en dieren te beschermen tegen de kracht van de zon. En toen kwamen de mensen, die zorgden ervoor dat die laag steeds dunner en dunner werd. Kortom, we zijn op het zuidelijk halfrond waar de ozonlaag zeer dun is. Er zijn ook een soort van stoplichten in de steden en dorpen die de kracht van de UV straling weergeven. In de avond een lekker stuk zalm vergeten. Onze hut deelden we inderdaad met Corine en Cecelle. Het was een beetje de Titanic, beneden dek, maar niet helemaal de goedkoopste plekken, waar Leonardo DiCaprio sliep. In de avond werd de zee wel een stuk ruiger en toen begonnen we ook meer te schommelen, maar ik ben niet zee ziek geworden. De volgende ochtend heerlijk wakker geworden en na het ontbijt, dat nog nooit zo luxe en uitgebreid is geweest, op het voor dek met een kopje Lady Grey thee gaan zitten. We hadden nog minstens 6 uur te gaan op de boot. Onderweg nog wat mooie landschappen, vulkanen, bergen, zeeleeuwen en dolfijnen gezien. En ook nog een tweetal dorpjes, die volgens mij voornamelijk van de visserij moeten leven, want verder is er niet veel te doen. Rond 18.00 kwamen we aan in Puerto Chacabuco. Voordat we van de boot af konden waren we ook al weer drie kwartier verder. Daarna de micro gepakt naar Puerto Aysen samen met de andere toeristen die van de boot afkwamen om de bus naar Coyhaique te pakken. Toen we over de hobbelige weg reden, heb ik waanzinnige hoge bergen gezien, groene weilanden en een brede rivier. Hoewel ik achterin de bus zat, praktisch op de wielen, heb ik echt van het uitzicht kunnen genieten. Het bleef ook nog heel lang licht en toen we vanuit de micro Coyhaique zagen liggen in het dal, was het gevoel overweldigend. Het was toch gelukt om de boottocht te maken en zo ons reisplan een beetje te volgen. In Coyhaique liepen we met alle toeristen door het dorp, een hele invasie zeker op een zondagavond om half 9. Toch grappig dat iedereen achter elkaar aan gaat lopen op zoek naar een hostal. Wij zijn uiteindelijk met de twee Nederlandse meiden en een Aussie, Leam, in een hostal beland dat ook nog in de LP stond. Helaas heeft ze het ontbijt geschrapt, maar we hebben een bed en een warme douche.
Vandaag is het maandag 15 december en is de dag om gevlogen. In de ochtend zijn we op pad gegaan om te kijken hoe we uit deze stad kunnen vertrekken richting El Calafate, waar de ijsmuur van Perito Moreno te vinden is. We kunnen op twee manieren. Via de oostkust van Argentinie, kost je minimaal 7 uur. Of via Chili Chico. De makkelijkste weg is voor ons via Chile Chico. Dan gaan we morgen dus met de bus, die ons tussen 6.30 en 7.15 ophaalt naar Puerto Ibañez en dan nemen we daar de boot naar Chile Chico. Passeren we de grens en bereiken we hopelijk morgenavond El Calafate. Ook hier geldt weer: alles ligt aan de busverbinding van de grensovergang naar El Calafate.
Ondertussen heb ik bijna 3 uur in een internetcafé gezeten om mijn stuk te schrijven en op mijn foto’s op de site te zetten. Ik hoop dat jullie weer genoten hebben van mijn stuk, misschien wel met een kopje thee of een biertje.
Zoals jullie weten ben ik bijna jarig en is mij al een aantal keer gevraagd: hoe kunnen we je bereiken? Nou, dat kan op +56 9 82 80 06 59, mijn Chileense mobiele nummer. Hier kan ik sms’jes ontvangen. Verder zal ik een internetcafé opzoeken zodat ik in elk geval via msn te bereiken ben en eventueel skype, als ze dat kennen.
Veel liefs,
Marin
-
15 December 2008 - 20:28
Maaike:
Wat weer een geweldig verhaal en weer zooooooooooveel gedaan!!
Je moeder en ik zijn vandaag ook bezig geweest hoor, maar dan met het kerstdiner op de Dillenburg. Was heel gezellig en de mensen hebben er van genoten.
Geniet verder van al je belevenissen en we gaan je smsen met je verjaardag, de dag er voor ben ik jarig dus..
Groetjes Maaike -
16 December 2008 - 08:01
Deborah:
Hey Marin!
Zo weer een heel leuk verhaal en al weer heel veel gedaan!!!
Zo echt de foto´s zien er echt mooi uit voor al die berg met vulkaan is echt mooi !!!
Nou meis als je jarig bent sms ik je wel effies!!! Komt goed !!
xxxxxxxxxxjes deb -
16 December 2008 - 11:53
Mama:
Hoi lieverd Heerlijk om weer helemaal op de hoogte te zijn jullie genieten met volle teugen houden zo.Verder gaat hier alles oke en ik ga zo naar Annie even een paar uurtjes helpen.Van Annie en Cees moet je ook heel veel groeten hebben die lezen ook je berichten maar Cees vergeet telkens hoe hij een berichtje kan versturen of wij dan maar de groeten etc. door willen geven Zelfs een paar oudere dames op de Dillenburg waar jij toen bij aan tafel zat vragen telkens hoe of je het hebt en dan willen ze van alles weten ze vinden het prachtig wat je allemaal onderneemt en doet. Lieverd veel liefs en tot de volgende keer. hou van je xxxxxxxxxxxxxxxxxxx -
18 December 2008 - 21:37
Marcel:
He Marin,
Ongeloofelijk wat weer een mooie verhalen, heb er wel een paar bakskes koffie bij nodig maar het is geweldig !Je onderneemt ontzettend veel hoor, geniet ervan, dit nemen ze niet meer van je af ! Blijf ervan genieten !
Heel veel groetjes Marcel
-
23 December 2008 - 03:19
Yvonne:
Hey Marin,
Bij deze wilde ik je alvast van harte feliciteren met je verjaardag! Bedankt voor je berichtje op mijn site, ik ben inderdaad net weer 2 daagjes terug en Quinten is echt een schatje! Wel weer wennen om weer terug te zijn trouwens! Jij nog super veel plezier op reis en geniet er idd maar van zolang je nog weg bent! Ik ga binnenkort weer even bijlezen op je site, is er nu de laatste tijd even niet van gekomen, sorry! Heb je nog wel tijd om ergens te skypen binnenkort? Ik hoor het wel en tot in het nieuwe jaar! Een fijne kerst toegewenst alvast ook, lijkt me super dat daar mee te maken!
Liefs, xxx Yv -
23 December 2008 - 03:20
Yvonne:
p.s. Door het tijdstip zul je wel begrijpen dat ik nog een beetje last heb van een jetlag, haha! ;) -
23 December 2008 - 15:09
Mary En Wim:
Lieve Marinda,
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag en maak er een leuke dag van. Er is ook een SMS-je onderweg.
Liefs van ons allemaal.
Mary, Wim, Madelon en Maryse
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley